andasuriname
Suriname home, begin van uw reis Maak dit  Uw  Startpagina  a.u.b.    
logo suriname.nu
   
   Suriname


   
ONDERDELEN DOUANE
 suriname  Algemeen
 suriname  De Douane
 suriname  Telefoonnummers
 suriname  In- & uitvoer
 suriname  Smokkelen
 suriname  Lijfsvisitatie
 suriname  Verbruiksbelasting
 suriname  Transito
 suriname  Douaneloodsen
 suriname  Rekenvoorbeelden invoer
 suriname  Overzicht geldboetes

 suriname  APC-codering
 suriname  Enig Document
 suriname  Inhoud Enig Document
 suriname  Gebruik formulier
 suriname  Invulling vakken
 suriname  Vakken A,B,C en D
 suriname  Additionele informatie
 suriname  Vragen
 suriname  Routing aangifte (ASYCUDA)
 suriname  Bijlagen: Incoterm/Landen

 suriname  Grondstoffenbesluit 1997
 suriname  Scheepvaartwet
 suriname  Deviezenwet
 suriname  Smokkeldecreet
 suriname  Wet op statistiekrecht
 suriname  Wet Tarief van Invoerrechten
 suriname  Vuurwapenwet
 suriname  Wet verdovende middelen
 suriname  Wet wegen van goederen
 suriname  Kosten inzake in- en uitvoer

 suriname  Klantnummers (ASYCUDA)
 suriname  Invoer verhuisboedel
 suriname  Houtexport
 suriname  Afdeling OAP
 suriname  Suralco onth. omzetbelasting
 suriname  ROSEBEL GOLDMINES
 suriname  Onbeheerde Opslag NH

 suriname  Vergoeding teruggaaf
 suriname  Hoogte der geldboete
 suriname  Wijziging Kostenwet 1940
 suriname  Tarief Invoerrechten 1996
 suriname  Origineel Inkoopfactuur
 suriname  Importverbod

 suriname  Heffing accijnzen 2004
 suriname  Vrijstelling omzetbelasting
 suriname  Vrijstelling Statistiekrecht
 suriname  Geschenkzendingen
 suriname  In- en uitvoer veboden
 suriname  Wat is CITES
 suriname  ZOOGDIEREN
 suriname  SCHILPADDEN EN AMFIBIEN
 suriname  VOGELS

ONDERWERPEN DOUANE
 suriname  De Douane

AFDELINGEN
  suriname Algemeen
 suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Vragen over NIBA
  suriname Wat is ANDA

     
 
SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname DOUANE

 suriname . NU terug
 


Wetten    : Wet verdovende middelen

           suriname  Naar: Onderdelen Wet verdovende middelen




1998        No. 14


STAATSBLAD
VAN DE
REPUBLIEK SURINAME


Wet van 12 februari 1998, houdende vaststelling van de wet verdovende middelen. (Wet verdovende middelen).

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,


In overweging genomen hebbende, dat het wenselijk is een nieuwe wet inzake verdovende middelen vast te stellen teneinde de omvang en de reikwijdte van de handel in, de productie van, alsmede de in-, door- en uitvoer van verdovende middelen het hoofd te bieden;

Heeft, de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door de Nationale Assemblee, bekrachtigd de onderstaande wet:


Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

· de Minister:
de Minister belast met de zorg voor de volksgezondheid;

· substantie:
stof van menselijke, dierlijke plantaardige of chemische oorsprong, daaronder begrepen dieren, planten, delen van dieren of planten, alsmede micro- organismen;

· preparaat:
een vast of vloeibaar mengsel van substanties;

· middel:
substantie of preparaat;

· Enkelvoudig Verdrag:
het op 30 maart 1961 te New York gesloten Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen (goedgekeurd bij wet van 22 februari 1990, S.B. 1990 no. 16), zoals gewijzigd bij het op 25 maart 1972 te Geneve tot stand gekomen Protocol tot wijziging van dat verdrag (goedgekeurd bij wet van 22 februari 1990, S.B. 1990 no. 16);

· Psychotrope Stoffen Verdrag:
het op 21 februari 1971 te Wenen gesloten Verdrag inzake psychotrope stoffen (goedgekeurd bij wet van 22 februari 1990, S.B. 1990 no. 16);

· Verdrag tegen sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen:
het op 20 december 1988 te Wenen gesloten Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (goedgekeurd bij wet van 15 juni 1992, S.B. 1992 no. 57).

2. Voor toepassing van deze wet en de daarop rustende bepalingen worden de zouten van de substanties met die substanties gelijkgesteld.

3. Voor de toepassing van deze wet wordt onder vervaardigen begrepen raffineren en omzetten.

4. Onder invoeren van middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, is begrepen: het invoeren van de voorwerpen of goederen, waarin de middelen verpakt of geborgen zijn en elke op het verder vervoer, de opslag, de aflevering, ontvangst of overdracht gerichte handeling van wie dan ook, met betrekking tot de hier te lande aanwezige, niet in het vrije verkeer gebrachte middelen zelve, of tot de voorwerpen of goederen, waarin die middelen verpakt of geborgen zijn.

5. Onder uitvoeren van middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, is begrepen: het uitvoeren van de voorwerpen of goederen, waarin de middelen verpakt of geborgen zijn en het met bestemming naar het buitenland vervoeren, ten uitvoer aannemen of ten vervoer aanbieden, het ten uitvoer aangeven en het in, op of aan een naar het buitenland bestemd vaartuig, luchtvaartuig of voertuig aanwezig hebben van de zich hier te lande in het vrije verkeer bevindende middelen zelve, of van de voorwerpen of goederen, waarin die middelen verpakt of geborgen zijn.


Artikel 2

Het is verboden te telen Papaver Somniferum (L), Canabis Sativa (L), Erythroxylon coca (Lamarck), Erythroxylon Novogranatense (Morris), Hieronymus, zomede andere Erytroxylaceen en andere soorten van hetzelfde geslacht, uit welker blad rechtstreeks of middellijk cocaine kan worden gemaakt.


Artikel 3

1. Het is verboden:

· de middelen vermeld op de bij deze wet behorende lijst I;

· de middelen aangewezen krachtens het tweede of derde lid van dit artikel


A. In-, uit of door te voeren;

B. Te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;

C. Te bezitten, aanwezig te hebben of aan te wenden;

D. Te vervaardigen.


2. Bij Staatsbesluit kunnen worden aangewezen:

Artikel 8

1. De Minister kan de toestemming, bedoeld in artikel 7 lid 1, slechts, na goedkeuring door de Procureur- Generaal bij het Hof van Justitie, verlenen:

a. Voor zuiver wetenschappelijke doeleinden of demonstraties;

b. aan hen, die ten genoege van de Minister aantonen, dat zij handel in het groot in geneesmiddelen of soortgelijke stoffen drijven en die niet over de toonbank verkopen en geen open winkel houden, tenzij als gevestigd apotheker;

c. aan hen, die ten genoege van de Minister aantonen, dat zij in het groot geneesmiddelen bereiden;

d. aan hen, die ten genoege van de Minister aantonen, dat zij de in of ingevolge de artikelen 3 of 4 aangewezen middelen in bepaald aangewezen en nauwkeurig omschreven lokaliteiten vervaardigen;

e. ten behoeve van de Staat in het belang van de zorg voor de volksgezondheid in geval van oorlog, oorlogsgevaar en daaraan verwante of daarmee verband houdende buitengewone omstandigheden.


2. De Minister stelt bij de toestemming de voorwaarden, die hij nodig acht, om de naleving van de bepalingen van de Opiumverdragen en van deze wet te verzekeren en misbruiken te voorkomen.

3. Een uit kracht van dit artikel verleende toestemming is steeds herroepbaar.

4. De herroeping geschiedt bij een beschikking van de Minister, welke de gronden vermeldt, waarop zij berust; daarbij kan een termijn worden gesteld, binnen welke degene aan wie daartoe toestemming is verleend zich van zijn herroeping op wettige wijze verkregen voorraad zal kunnen ontdoen met inachtneming van de voorwaarden, door de Minister te stellen.


Artikel 9

Met het toezicht op de naleving en het opsporen van overtredingen van de bepalingen van deze wet zijn, behalve de ambtenaren als bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van Strafvordering, belast de Ambtenaren bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen en voor zover het plaatsen betreft waar geneesmiddelen bereid, verpakt, opgeslagen en verstrekt worden, mede de Directeur van Volksgezondheid en de door hem aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 10

1. De opsporingsambtenaren hebben te allen tijde toegang:

a. tot de voer- en vaartuigen, waarvan hun bekend is of waarvan redelijkerwijze door hen kan vermoed worden, dat daarmede ingevoerd of vervoerd worden of dat daarin, daarop of daaraan bewaard worden of aanwezig zijn middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4;

b. tot de plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat zodanige overtreding gepleegd wordt.

2. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

3. In plaatsen, die tevens woningen zijn, of alleen door een woning toegankelijk zijn, treden de opsporingsambtenaren, die niet de hoedanigheid hebben van vervolgingsambenaar of hulpofficier van justitie, niet binnen tegen de wil van de bewoner, dan op schriftelijke lastgeving van een lid van het Openbaar Ministerie of van de betrokken Districts- Commissaris.

4. Van dit binnentreden tegen de wil van de bewoner wordt door hen proces- verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vier en twintig uren aan hem, in wiens woning is binnen getreden, in afschrift wordt medegedeeld; in dit proces- verbaal wordt mede van het tijdstip van het binnentreden en van het daarmede beoogde doel melding gemaakt.

5. Zij zijn bevoegd een persoon, verdacht van een bij deze wet als misdrijf strafbaar gesteld feit, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze aan lichaam en kleding te onderzoeken, met inachtneming van artikel 47 van het Wetboek van Strafvordering.

6. Zij zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen; zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen.

7. Zij zijn te allen tijde, ook buiten het geval van verdenking, bevoegd bescheiden in te zien waarvan dat naar hun redelijk oordeel met het oog op het toezicht op de naleving van deze wet wenselijk is; zij kunnen daartoe medewerking van de houder van de bescheiden vorderen; deze is verplicht de gevorderde medewerking te verlenen.

Artikel 11

1. Degene die het bepaalde in de artikelen 2, 3 lid 1 onder A, B en D en 4 lid 1 onder A, overtreedt wordt, indien hij het feit opzettelijk heeft gepleegd, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren en een geldboete van ten hoogste vijfhonderd miljoen gulden.

2. Degene die het bepaalde in de in lid 1 genoemde bepalingen overtreedt wordt, indien hij het feit anders dan opzettelijk heeft gepleegd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren en een geldboete van ten hoogste tien miljoen gulden.

3. Degene die het bepaalde in de artikelen 3 lid 1 onder C, 4 lid 1 onder B, C of D, of 5, dan wel de regelen gesteld krachtens artikel 3 lid 4 of artikel 4 lid 3 overtreedt, of niet voldoet aan de voorwaarden of voorschriften bij een toestemming of wettelijke vrijstelling, bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8, dan wel bij de herroeping van zodanige toestemming gesteld, wordt, indien hij het feit opzettelijk heeft gepleegd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste dertien jaren en een geldboete van ten hoogste tweehonderd miljoen gulden.

4. Degene die het bepaalde in de artikelen 3 lid 1 onder C, 4 lid 1 onder B, C 0f D, of 5, dan wel de regelen gesteld krachtens artikel 3 lid 4 of artikel 4 lid 3, overtreedt, of niet voldoet aan de voorwaarden of voorschriften bij een toestemming of wettelijke vrijstelling, bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8, dan wel bij de herroeping van zodanige toestemming gesteld, wordt, indien hij het feit anders dan opzettelijk heeft gepleegd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en een geldboete van ten hoogste vijf miljoen gulden.


Artikel 12

1. Degene die om een feit, bedoeld in lid 1 van artikel 11, voor te bereiden of te bevorderen:

1e een ander tracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;

2e zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen;

3e voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft, die zijn bestemd tot het plegen van dat feit;

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste elf jaren en een geldboete van ten hoogste tien miljoen gulden.


2. Met dezelfde straf wordt gestraft de samenspanning tot een feit, bedoeld in lid 1 van artikel 11, indien daarop een daad is gevolgd om de uitvoering voor te bereiden.


Artikel 13

1. Indien de waarde der zaken, waarmee of met betrekking tot welke de feiten, strafbaar gesteld in deze wet, zijn begaan, of die geheel of gedeeltelijk door middel van die feiten zijn verkregen, hoger is dan het vierde gedeelte van het maximum der geldboete op die feiten gesteld, kan een geldboete worden opgelegd van ten hoogste vier maal deze waarde.

2. De in de artikelen 2, 3 en 4 bedoelde planten en middelen, alsmede alle vermogensbestanddelen die geheel of gedeeltelijk door middel van of uit de baten van de feiten, strafbaar gesteld in deze wet, zijn verkregen, worden verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer.

3. Bij veroordeling wegens een in deze wet omschreven strafbaar feit kan ontzetting uit de in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechten worden uitgesproken.


Artikel 14

1. De in de leden 1, 2 en 3 van artikel 11 alsmede in artikel 12 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven; de in lid 4 van artikel 11 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

2. Deze wet is toepasselijk op ieder die zich buiten Suriname schuldig maakt aan:

a. een der in artikel 12 strafbaar gestelde feiten voorzover die zijn gepleegd om een in artikel 11 lid 1 strafbaar gesteld feit dat betrekking heeft op invoer, uitvoer of doorvoer voor te bereiden, te bevorderen of daartoe samen te spannen, dan wel

b. poging tot of deelneming aan een in artikel 11 lid 1 strafbaar gesteld, in Suriname gepleegd feit.

3. deze wet is toepasselijk op ieder die zich buiten Suriname in internationale wateren aan boord van een vaartuig schuldig maakt aan een der in artikel 12 strafbaar gestelde feiten.

Artikel 15

1. Onverminderd de aansprakelijkheid van anderen is het hoofd of de bestuurder van een onderneming, waar middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, voorhanden zijn of worden verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd, bereid, bewerkt of verwerkt, aansprakelijk voor de overtreding in of ten aanzien van die onderneming van de voorschriften, bij of krachtens deze wet gegeven, alsof het feit door hemzelf is gepleegd. Het hoofd of de bestuurder is niet strafbaar, indien hij alle maatregelen heeft genomen, om de overtreding te voorkomen; met een bestuurder wordt gelijkgesteld een ieder die binnen de onderneming feitelijke leiding heeft.

2. Gelijke aansprakelijkheid als door lid 1 van dit artikel aan het hoofd of de bestuurder van een onderneming, als daar bedoeld, is opgelegd, rust op het toezichthoudend personeel van de onderneming, van haar onderdelen en filialen, voor zover het door het hoofd of de bestuurder met de zorg en het toezicht op de naleving der bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften is belast. Dat personeel is niet strafbaar, indien het alle maatregelen heeft genomen om de overtreding te voorkomen.


Artikel 16

Indien een feit, bij deze wet strafbaar gesteld, wordt gepleegd door of vanwege een naamloze vennootschap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging, of een stichting, wordt de strafvervolging ingesteld en de strafvervolging uitgesproken tegen de leden van het bestuur: geen straf wordt uitgesproken tegen het lid van het bestuur van wie blijkt dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.


Artikel 17

1. Deze wet kan worden aangehaald als: Wet Verdovende Middelen.

2. Zij wordt in het staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.

3. Zij treedt in werking op een door de president te bepalen tijdstip.

4. Bij de inwerkingtreding van deze wet vervalt de Opiumwet 1955 (G.B. 1955 no. 91, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1988 no. 37); toestemming verleend krachtens de bepalingen van de Opiumwet 1955 blijven vooralsnog van kracht.

5. Met de uitvoering van deze wet zijn belast de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Justitie en Politie.

Gegeven te Paramaribo, de 12e februari 1998

J.A. Wijdenbosch.

Uitgegeven te Paramaribo, de 17e mei 1998
De Minister van Binnenlandse Zaken

S.W. Kertoidjojo.




    





suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: