Grondwet van de Republiek Suriname
HOOFDSTUK XIX
BELASTINGEN
Artikel 155
1. Belastingen worden geheven krachtens de wet, welke wet de belastingdruk,
de tarieven, vrijstellingen en waarborgen voor belastingplichten regelt.
2. Geen privilege op het stuk van belastingen wordt verleend anders dan
krachtens de wet.
BEGROTING
Artikel 156
1. De wet regelt de wijze van voorbereiding, opstelling en uitvoering van de
jaarlijkse begroting en de tijd waarvoor zij geldt.
2. Alle uitgaven van de Staat en de middelen ter dekking van de uitgaven
worden geraamd op de begroting.
3. De begroting wordt jaarlijks in één of meer wetsvoorstellen in
overeenstemming met de wet en het ontwikkelingsplan door de Regering aan De
Nationale Assemblee aangeboden uiterlijk op de eerste werkdag in oktober.
Bij de indiening van ontwerpbegrotingen door de Regering aan De Nationale
Assemblee zal door de President in een buitengewone vergadering van De Nationale
Assemblee een rede worden gehouden.
4a. De begroting treedt in werking met ingang van 1 januari van het
dienstjaar waarop zij betrekking heeft.
b. Zij wordt geacht met ingang van die dag in werking te zijn getreden, ook
als zij eerst daarna is afgekondigd.
Zolang dit niet is geschied, strekt de begroting van het aan het betreffende
dienstjaar voorafgegane jaar tot grondslag van het beheer.
5a. Het slot der rekening wordt voor elk dienstjaar afzonderlijk vastgesteld
bij wet.
b. De verantwoording van de ontvangsten en uitgaven van de Staat wordt, onder
overlegging van de door het bij wet ingesteld onafhankelijk orgaan onderzochte
rekening aan De Nationale Assemblee gedaan naar de voorschriften van de wet.
|